Review: Dragonball Z: Kakarot (PlayStation 4)

Er is geen enkele Vlaamse jongen die kan zeggen dat hij nooit gehoord heeft van het verhaal van Goku. Jawel, Kakarot. De Saiyan die ooit naar de Aarde werd gestuurd om deze over te nemen, maar dankzij een hoofdwonde, veel training en vooral een hart van goud eindigde als diens redder. De avonturen van Goku en kompanen zijn dan ook de toppers onder de toppers van de shounen wereld en het was dan ook niet verwonderlijk dat een spel met een zware focus op verhaal zou smaken bij fans. Met de release van Dragonball Z: Kakarot is ook dit een feit en wij kregen van Bandai de kans om deze aan de tand te voelen.

Het verhaal van Dragonball Z gaan we hier niet uit de doeken. Zoals al eerder gezegd is deze alom bekend. Van Radditz tot Vegeta tot Frieza, Cell en Buu… kortom, allemaal superschurken die Goku eens moesten bevechten om de mensheid te redden. Dragonball Z: Kakarot poogt dit verhaal met ongeziene diepte te doorspitten in deze moderne tijden met uiteraard de focus op Goku. Dit doet het door een open wereld te schapen waar spelers vrij in kunnen rondvliegen, ontdekken en uiteraard vechten. Hoewel de focus op Goku ligt, speel je eigenlijk veel meer met andere personages. Zo zal je, in die vele momenten waarin Goku niet beschikbaar is, in de huid kruipen van de andere vechtersbazen zoals Piccolo, Gohan, Trunks, Krillin en uiteraard de enige echte Vegeta. In dit opzicht is het spel zeer vergelijkbaar met de drie Legacy of Goku games op de oude Gameboy Advance, maar dan in volledige 3D. Wie deze games kent, weet dat veel lof is gezien deze games tot de beste van de Gameboy Advance bibliotheek behoren… maar kan Dragonball Z: Kakarot deze vergelijking wel aan?

Qua gameplay heb je twee elementen die in elkaar samenvloeien. Het eerste is het exploratie gedeelte en het tweede is uiteraard de bikkelharde combat. Je begint je speelsessie altijd in de 3D wereld van Dragonball Z (of afhankelijk van waar je bent in het verhaal andere planeten!) en deze kan je vrij doorkruisen zoals je zelf wil. Dit kan uiteraard te voet, maar je zal algauw merken dat zeer traag gaat. Door een beetje Ki te investeren, kan je je snelheid zwaar verhogen en zelfs vliegen. Met nog veel meer Ki vlieg je aan razende snelheid door de lucht en bereik je de verste verten en hoogste hoogten. Dit is ook nodig, want je zal veel moeten reizen in dit spel. Vaak zal je naar je bestemming moeten vliegen om het volgende gevecht te starten, maar niks houd je tegen van even rond te neuzen in de wereld. Deze wereld zit bomvol met verstopte collectables zoals energie ballen en voorwerpen, maar ook mini-games, zijmissies, iconische locaties en winkels. Eigenlijk is het opzet van het exploratie stuk zeer eenvoudig. Het geeft je niet enkel een kans om de wereld te leren kennen, maar tegelijk ook de mogelijkheid om je kracht te versterken. Je kan immers random gevechten uitvoeren tegen vijanden, ingrediënten verzamelen voor gerechten die je kracht permanent verhogen en zij-missies uitvoeren die je niet enkel nieuwe aanvallen aanleren, maar ook medailles bezorgen.

Medailles? Wat doe je daarmee dan? Welnu, door het spel te spelen en vooral door zijmissies te doen, zal je een heuse collectie opbouwen. Tegelijkertijd speel je ook speciale schermen genaamd “communities” vrij waarin je deze medailles kunt gebruiken. Elke medaille heeft zijn eigen eigenschappen gelinkt aan deze communities. Sommige medailles geven je een hogere boost aan je kookvaardigheden terwijl anderen je vaardigheid om ervaringspunten te vergaren versterken.  De kunst is om de juiste medailles in de juiste communities te steken, maar ook tegelijkertijd te letten op de combinaties van personages. Bepaalde personages, neem nu Goku en Gohan, zijn natuurlijk compatibel en zullen elkaar een boost geven als ze naast elkaar staan. Door doordacht te werken, kan je je vaardigheden zodanig versterken opdat je zeer sterke bonussen kunt vrijspelen die je zwaar verder zullen helpen. Zo geeft de training community een bonus aan je ervaringspunten tot zelfs 100%! Deze kan je dan weer gebruiken om de kracht van je technieken zoals de iconische Kamehameha of de Gallick Gun te versterken.

Je zal immers veel kracht nodig hebben om het spel te winnen. Dragonball Z: Kakarot gebruikt immers een special hybride vechtsysteem dat fighting games met RPG mixt. Hoewel je nog altijd rondvliegt, slaat, ontwijkt en aanvallen afvuurt op basis van je effectieve vaardigheden als speler, is de schade die je doet of neemt volledig bepaald door de wisselwerking tussen jouw statistieken en die van je vijand. Dit kan zeer ver gaan, tot op het punt dat een te groot verschil in statistieken de vijand volledig onverslaanbaar maakt. Hoewel dit wel in de geest van de reeks is, is het toch wel frustrerend om te zien dat RPG-systemen vooral gebruikt worden als een barrière en niet echt als een manier om het spel leuker te maken. Dit gezegd zijnde zorgt het verhaal er wel voor dat je veel ervaringspunten krijgt op natuurlijke wijze, waardoor je nooit echt hoeft te grinden. We stellen ons dan vooral de vraag wat het punt dan is van deze systemen.

Vooral van belang bij dit soort spel is de ervaring en het inlevingsvermogen. We willen ons uiteraard 100% Goku wanen en onze fantasie als fans te loop laten. Hierin slaagt het spel zeer denderend. Het team erachter zijn duidelijk echte fans die hun Dragonball goed kennen. Er zitten heel veel cameo’s en vage details in die enkel herkenbaar zijn voor echte fans terwijl de graphics zo opgebouwd zijn dat ze op veel momenten de exacte panelen uit de manga nabootsen. Koppel dit aan de originele soundtrack van de anime en het betere stemwerk, zowel Engels als Japans, en de ervaring is zeker en vast te smaken.

Is Dragonball Z: Kakarot een RPG of fighting game klassieker die we jaren nadien nog over zullen praten? Vast niet. Wat het echter wel is, is een grondige en sfeervolle reis doorheen het verhaal van Dragonball Z op een persoonlijke en intieme wijze. Het is een hulde aan een reeks dat dit genre heeft gedefinieerd en dat is voor ons zeker en vast het spelen waard!